Zonder woorden
Vanmorgen heb ik de gladiolen in de groene bak gekieperd. De 100ste Vierdaagse is alweer voorbij. We zijn jaren bezig geweest met de voorbereidingen. Druk, druk, druk. Een cd gemaakt; nieuwe werkwijzen bedacht, instructies gegeven aan al 'mijn' ruim honderd bureaulisten - dat woord bestaat niet eens buiten de Vierdaagseomgeving - , poloshirts laten maken, vergaderd, vergaderd, en nog eens vergaderd.
Babylon
Tienduizenden mensen zie je in zo'n week. Tussen 03.30 en 23.00 uur komen ze allemaal langs. Bureaulisten met vragen, wandelaars met problemen, cameraploegen en journalisten om opnames te maken, bekende wandelaars die een kort praatje komen maken, buurtgenoten voor een kop koffie. Het zijn allemaal korte contactmomenten. In die Vierdaagseweek is Nijmegen een soort Babylon. Er worden vele talen gesproken, waaronder het vierdaagse-jargon: UC'ers die bliepen, groepenpaspoorten in bureaubakken, finishscans, blarenpleisters en asfaltkuiten. Goedemorgen in het Japans dat gaat nog wel. Maar hoe leg je aan een Russische militair uit dat hij pas om 06.00 uur mag vertrekken, terwijl zijn maat een vroege startkaart heeft en al om 05.00 kan gaan lopen? Hoe vertel je een Italiaanse wandelaar dat hij een controleknip mist? En die oude Israëliër dat hij toch echt te laat is en dat hij dus is uitgevallen? Het zijn allemaal leuke en soms minder leuke uitdagingen.
Overbodig
Alhoewel je meestal woorden nodig hebt om dingen na te vragen of uit te leggen, zijn diezelfde woorden op vrijdag vaak overbodig. Een duim omhoog van de kwieke loper op leeftijd uit Waddinxveen; een tevreden blik van die chique dame uit Berlijn, de uitgeputte jongeman die snikkend zijn armen om je heen slaat als hij trots zijn medaille komt laten zien; een gladiool van een charmante Fransman. Communiceren zonder woorden. In de Vierdaagseweek kan het allemaal.